Recente onderwerpen
Repareren
De auto van het land was pruttelend tot stilstand gekomen. Wat nu? De democratische koning liet verkiezingen uitschrijven. En van alle monteurs die zich aandienden, waren er twee die erbovenuit staken. En alhoewel ze een verschillende visie hadden op autorijden, vroeg de Koning of ze de auto samen wilden repareren. Vooruit. Het landsbelang riep. Dus doken ze met z’n tweeen onder de motorkap terwijl alle andere monteurs er omheen stonden.
Mark en Lodewijk zagen gelijk wat er mis was met de motor. Veel. Dat werd een stevige operatie. Dus snel aan de slag. Maar ja, ze kwamen er spoedig achter dat ze soms wat hulp van een derde monteur nodig hadden. Of van een vierde. Of vijfde. Gelukkig bezat Mark de kwaliteit om andere monteurs te overtuigen. Landsbelang was een belangrijk argument. Maar zijn soepele geest was ook een overtuigende factor. Al deed hij hiermee de waarheid soms geweld aan.
Mark en Lodewijk kregen steeds meer voor elkaar. Ook al deden zich onder die motorkap soms verhitte discussies voor. En ja, beide mannen kregen verdomd smerige handen. Leuk vonden ze dat niet, maar dan keken ze elkaar in de ogen en fluisterden “Zachte heelmeesters… wij niet!”
Ondertussen stonden de andere monteurs een beetje te ginnegappen rondom die auto. Ze maakten grapjes naar de mensen die vroegen hoe het er met de auto voor stond. “Ze doen hun best, maar tjongejongejonge wat maken die twee een vuile handen. En mannen met vuile handen, kan je die wel vertrouwen?”
Het volk werden ongeduldig. Men zag de auto nog steeds stilstaan. Voelde helemaal niet dat deze ooit in beweging zou komen. Laat staan dat zij daar van konden profiteren. Dus luisterden ze steeds vaker naar de monteurs die geen vuile handen hoefden te maken.
Na een poos kwam de Koning terug. Hij vroeg Mark en Lodewijk naar de auto. “Hij rijdt weer Koning” zei het duo. “En nog even dan is ie ook weer op snelheid!” De Koning was blij. En dacht de twee vanwege hun goede werk een gunst te bewijzen door nieuwe verkiezingen uit te schrijven. Nu voor een chauffeur. Maar wie wil er nou een chauffeur met vieze handen?
Tijdens de verkiezingscampagne bleek al snel dat Mark en Lodewijk veel minder stemmen zouden krijgen. Mark deed nog zijn best door lachend te verkondigen dat het land nieuwe snelwegen zou krijgen nu de auto weer reed. En Lodewijk probeerde het nog door te zeggen dat er voor heel veel mensen plaats was in de auto als men elkaar wat ruimte gunde.
Helaas, ze konden het volk niet overtuigen. Dat luisterde naar de chauffeur die de auto van kogelvrij glas wou voorzien zodat de moslimterroristen niemand konden raken. En die jonge monteur die de benzinemotor door een elektrische wou vervangen kreeg ook een steeds groter gehoor. De veilingmeester die onderwijs wilde verbeteren was ook in trek. En daar was de chauffeur die vond dat je in die auto het Wilhelmus moest zingen. Ook populair.
De mensen hoorden het allemaal aan. Ze wisten niet wie ze nou wel of niet moesten geloven. Of beter gezegd: konden vertrouwen. Totdat iemand vroeg: “Hoe hebben Mark en Lodewijk die auto eigenlijk weer aan de praat gekregen?”
“Ja” zei de Koning “Hoe hebben jullie dat geflikt?” Maar jammer voor Mark en Lodewijk, ze hoorden de vraag niet. Teveel bezig met nieuwe beloften. Terwijl het volk misschien ook wel zat te wachten op het eerlijke verhaal van twee verschillende karakters die samen meer voor elkaar kregen dan heel veel monteurs voor hen.
09-03-2017